De avond van de 21 augustus bivakken 2 bataljons van de 25ste R.I. van Cherbourg in Sart-Eustache. De volgende dag trekken ze ten strijde naar Presles bij Le Roux. De inwoners vluchten het dorp uit.
Om 10h komen de eerste gewonden aan in Sart - pastoor Servais ontvangt hen met enkele vrijwilligers in het kasteel.
Het veldhospitaal van Sart-Eustache wordt ingericht in het kasteel. Het team van 6 dokters, een apotheker, verplegers en 7 operatiewagens met apotheek komen van Fougères in Bretagne. Het gelijkvloers ligt vol met zwaarbloedende, sommigen onherkenbaar gewonde soldaten en officieren.
De Franse troepen en het veldhospitaal verlaten het dorp op 22 augustus.
Dezelfde dag komen de eerste Duitsers aan op het kasteel waar ze de pastoor Servais alleen aantreffen temidden van de gewonden : "ik zag de eerste Duitsers met aan het hoofd een officier (...) Hij bezocht het hele kasteel, terwijl ik overal voor hem uit moest lopen. Hij gaf me toelating om de nacht door te brengen temidden van de Franse gewonden, terwijl de Duitsers zich bedronken..."
Vanaf de ochtend van de 23ste augustus gaat de strijd tussen Fransen en Duitsers door. Luitenant Souvré valt als één van de eersten, 6 andere Fransen sneuvelen met hem terwijl ze vluchtend dekking zoeken in de kleine straatjes. Twee anderen worden dood teruggevonden in het dorp.
Na de oorlog werden de Bretoense soldaten begraven in het gemeentelijke begraafplaats en werd er een herinneringsplaat opgericht.
