Luitenant Rouyer, van het 48ste R.I. Breton (Bretoens Regiment Infanterie) die onder andere vocht in het Bos van Ham-sur-Sambre, nam deel aan de herinneringsceremonies in 1952 en vertelde daar dit verhaal :

"We aanschouwden tijdens de nacht het luguber spektakel van de branden en de uittocht in paniek van vrouwen, ouderen en kinderen.  Plots merkte één van onze mannen een baby op, onbewust van het gevaar van de geweersalvo's die onze kameraden raakten.  Hij brengt de baby naar de kolonel, die haar met grote zorg aannam en liefkoosde - een gebaar dat ons, soldaten maar eerst en vooral als vaders, nog meer raakte dan de roep voor de aanval !  Het kleine meisje werd opgevangen door een familie waar ik daags tevoren had gelogeerd.

De baby was slechts enkele maanden oud toen haar moeder haar had meegenomen, gedragen in een short en haar was kwijtgespeelt in haar radeloze vlucht...  Ze heeft nooit geweten tijdens de oorlog wat er verder met haar kind is gebeurd en haar opgegeven als dood onder de oorlogsomstandigheden !

Na de oorlog hoorde ze van een 'vondeling' die door de familie 'Drapier' uit Fosses was opgevangen.  Zo kenden we haar naam : Noëlla Genot, geboren in Ham-sur-Sambre op 6 december 1913.  "Mimi des Bois" werd in 1939 officiëel geadopteerd door Emile Drapier waardoor ze Noëlla Genot-Drapier werd.

Ze trok het klooster in bij de zusters van Saint-Vincent-de-Paul in Ans als verpleegzuster, bekend van de habijt met de grote witte kap.  Ze stierf in Ans op 82-jarige leeftijd na een leven ten dienste van de zieken in verschillende plaatsen.